Bert (64) is getrouwd en heeft een zoon. Hij woont in Ede en geniet enorm van de natuur. Hij maakt veel wandelingen met zijn twee schnauzers in het Veluwse bos. Ook houdt hij van tuinieren en verzamelt hij graag kunst en antiek.
Bert werkte al geruime tijd bij de overheid, voordat hij ziek werd. Hij had diverse adviesfuncties bij de ministeries van Financiën en Economische Zaken. Ook was hij lid van de Commissie Advies Bezwaren Functiewaardering. Door een reorganisatie ging Bert in 2007 werken bij het UBR. “Ook hier heb ik het naar mijn zin. Ik heb plezierige collega’s, een plezierige leidinggevende en leuke opdrachten.”
Incomplete dwarslaesie
In 1998 kreeg Bert pijn in zijn voeten en onderbenen. Na verloop van tijd ging hij slingeren en viel hij regelmatig. “Ze hebben mij een keer opgeraapt aan de kant van de weg. Een andere keer viel ik voor de balie van het CBS.” Terwijl Bert onderzoeken onderging bij neurologen, bleef hij werken. “Ze konden eerst niet ontdekken wat er aan de hand was. Ze dachten aan MS, of aan een tumor, maar dat bleek de oorzaak niet te zijn.” Een jaar later werd de oorzaak gevonden. Er bleek een ader in het ruggenmerg te zitten die daar niet hoorde te zitten. De ader begon te lekken en het vocht uit het ruggenmerg drukte op de zenuwen. Dat veroorzaakte de pijn. In december 1999 werd de ader uit de wervelkolom weggehaald. Het gevolg: een incomplete dwarslaesie.
Doorzetten
Bert ging revalideren bij De Hoogstraat Revalidatie in Utrecht. “Ik was enorm fanatiek. Ik sportte veel en had veel fysiotherapie. Toen ik na vijf maanden uit het revalidatiecentrum kwam, kon ik 100 meter lopen met mijn krukken. Het was ook eigenwijsheid van mij, maar toen ik thuis kwam, wilde ik een kleine ronde lopen door het bos. Ik heb daar twee uur over gedaan, maar het is mij gelukt.” Bert moest thuis verder revalideren. “Ik scharrelde wat rond in en om huis. Ik vond het heel saai om steeds alleen thuis te zijn.” Na een jaar werd hij gekeurd door het UWV. “Ik werd afgekeurd.” Hij zat anderhalf jaar thuis.
Weer aan het werk
“Toen ik een keer naar Den Haag ging, sprak ik de directeur Personeel en Organisatie. Ik gaf aan dat ik graag weer zou willen werken. Nou, mijn zegen heb je, zei de directeur. Ik ging halve dagen werken, waarvan twee halve dagen in Den Haag en drie halve dagen thuis. Mijn loon wordt voor 50% betaald door het UWV en voor 50% door mijn werkgever. De arbeidsvoorwaarden zijn goed. Ik blijf gedurende mijn hele dienstverband in deze regeling.”
Meerwaarde beperking
“Door mijn beperking heb ik geleerd om te relativeren. Wat maakt het eigenlijk uit: een functieschaaltje meer of minder. Ik word er ook niet warm of koud van, als een directeur zegt dat iets zus of zo moet. Collega’s zeggen vaak tegen mij, dat ik helder en duidelijk ben. Ik werk twintig uur en als ik dan een klus krijg waarvan ik weet dat het onmogelijk is om deze in de gevraagde tijd klaar te hebben, geef ik dat van tevoren al aan. Ik heb geleerd om met begrenzing te werken. Het is natuurlijk wel belangrijk om uit te leggen waarom iets niet kan.”
Aanpassingen
Voor zijn werk heeft Bert niet veel aanpassingen. “Ik kan wel een stukje lopen, maar ik heb veel zenuwpijn en kan niet lang zitten. Ik heb een goed bureau en een aangepaste bureaustoel. Ik heb een tijd een taxivoorziening gehad om van en naar het station te gaan. In het begin ging dat wel goed, maar op een gegeven moment kwam de taxi steeds te laat, waardoor ik te laat in de trein zat. Dan kwam ik in de spits terecht en dat is echt geen pretje. Ik kan niet blijven staan en mensen gingen niet voor mij opstaan. Ik heb toen maar besloten om weer te leren fietsen. Dat ging wel goed. De afstand naar het station kan ik net halen. Maar nu met Corona verwacht ik niet, dat ik gauw weer in een trein zal stappen. Ik val met mijn dwarslaesie in de risicogroep en heb daarnaast snel last van benauwdheid. Het thuiswerken gaat overigens prima. Er is veel mogelijk met videobellen en nu de restricties weer minder worden, komen er ook regelmatig collega’s bij mij thuis voor overleggen. Bij mooi weer zitten we dan heerlijk in de tuin.”
Ga werken als het lukt
Bert heeft nog een aantal tips voor mensen met een arbeidsbeperking. “Ik raad iedereen aan om, als het mogelijk is, iets van werk te doen. Je wordt er hartstikke gek van om de hele dag thuis te zitten. Werken is goed voor je contacten en je blik blijft ruim. Kijk niet naar wat je niet kunt, maar naar wat je wel kunt. Laat je hoofd niet zo snel hangen. Zorg ervoor dat jezelf de regie neemt; een ander doet het niet voor je. Wacht niet af tot het UWV stappen zet, maar ga zelf naar je werkgever. Licht het UWV wel voortijdig en goed in. Als je thuis komt te zitten door een beperking zorg er dan voor dat je in contact blijft met collega’s. In mijn revalidatieperiode heb ik regelmatig rapporten gelezen van mijn collega’s. Ik wist dat er een reorganisatie was en ik weet daar toevallig veel van af. Ik ga liever lezen, dan niksen. Ga niet zomaar overal werken, maar kijk wat je leuk vindt. Zeg niet overal ja op, probeer gezond te blijven en zorg goed voor jezelf.”
Tips voor de overheid
Ook heeft Bert nog een aantal tips voor de overheid. “De meeste functies zijn geschikt, of kunnen zo aangepast worden, dat mensen met een arbeidsbeperking ze prima kunnen uitvoeren. Eventueel kan men de functies labelen. Daarbij kan men zo nodig aangeven met welke arbeidsbeperking een bepaalde functie absoluut niet kan worden uitgevoerd. De overheid kan het UWV op de hoogte stellen van wat voor functies er zijn, zodat het UWV kandidaten kan doorverwijzen naar deze functies. Het is belangrijk om het proces goed te faciliteren, zodat mensen niet steeds het wiel opnieuw hoeven uit te vinden en zich volledig kunnen richten op hun eigen functie.”
Originele artikel kun je vinden op Onbeperkte Denkers