Dit artikel schreef ik tijdens de cursus ‘Schrijf je Stad’ op De Schrijfschool. Deze cursus werd gegeven door Anne van den Dool. In dit artikel lees je hoe je de stad ervaart als je blind bent.
Mijn stad
Ik open de zware voordeur en loop naar buiten. De lucht is grauw en grijs. Het miezert en het voelt of het min twintig is, aldus zo voelt het voor mij.
De flat tegenover mijn huis versterkt het gevoel van somberheid. Het hele bouwwerk staat in de steigers. Herrie, overal herrie, van werkzaamheden aan de flat. Er is voor acht miljoen geïnvesteerd; er staat ons dus nog heel wat te wachten.
Ik loop naar rechts samen met mijn zwarte viervoeter die langzaam vooruit beweegt. Haar mand was geen verkeerde plek in vergelijking met de kou daar buiten.
De hond staat stil bij de stoeprand. Er staan links en rechts auto’s geparkeerd. We lopen de stoep af en staan even stil voorbij de geparkeerde auto’s, voordat we oversteken. We lopen langs een hekwerk en stoppen bij noppentegels, die ik onder mijn voeten voel. Dan steken we de straat over. Voorbij de stinkende vuilnisbakken stoppen we bij het vieze gras. Overal liggen hondendrollen. We lopen rechtdoor en slaan linksaf. Daar hoor je het geluid van fietsen die snel over het fietspad rijden, of over de stoep, mocht dat sneller zijn. We lopen naar het fietspad en steken het over. Dan komen we bij het metrostation. De deuren zoeven en we kunnen naar binnen. Het gepiep van de ov-chippoortjes, het zoeven van de roltrap. Helaas moeten wij de trap nemen, maar we weten niet anders. We stoppen bij de ribbellijn. Het getjoeketjoek van de metro komt dichterbij. Piepende remmen, deuren die open zoeven. We kunnen instappen. De metro ruikt naar een ondefinieerbare geur, maar het geeft mij het gevoel van vrijheid. Vrijheid om te reizen en snel te komen waar je wilt zijn. In de metro hoor ik verschillende talen. Soms hoor ik wat Nederlandse woorden er tussendoor. Waar zouden ze het eigenlijk over hebben? Ik check de tijd op mijn telefoon. Nog vijf minuten en dan heb ik een afspraak in het centrum. Ik hoor de omroep: “volgende halte Coolhaven. Let op: links uitstappen.” Nog drie haltes. Ik kijk op mijn telefoon. Er is een appje binnengekomen op de buurt-app. “Beste mensen, willen jullie de volgende keer de voordeur goed dichtdoen? Er lag een man in de portiek te slapen.” Intussen ben ik bij Beurs aangekomen. Ik stap uit en hoor al een vrolijke stem: “Hoi, ik ben hier.” Gezellig, lekker een bakkie doen in de stad. Ik heb er zin in!